Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Glaucoom
Glaucoom is een oogziekte waarbij de oogzenuw wordt aangetast. De zenuwvezels van de oogzenuw gaan geleidelijk verloren waardoor blinde vlekken in het gezichtsveld ontstaan. Glaucoom is een vaak voorkomende en chronische aandoening. De reeds veroorzaakte schade aan het oog is onomkeerbaar.
Glaucoom is een van de meest voorkomende oogaandoeningen bij mensen die ouder zijn dan 40 jaar. In Nederland hebben ongeveer 100.000 mensen glaucoom. Het ontstaan van glaucoom is echter een langzaam proces, waarbij mensen in het beginstadium dit echter zelf nog niet door hebben. Het daadwerkelijke aantal mensen die aan deze oogziekte leidt kan hierdoor hoger liggen.
Het verloop
Als glaucoom niet wordt behandeld, leidt dit tot blindheid. De klachten die als eerste optreden zijn uitval in het gezichtsveld aan de neuskant. Deze uitval wordt in eerste instantie door de patient niet direct opgemerkt. De wazige of blinde vlekken in het gezichtsveld worden langzaam groter en in een later stadium wordt ook het scherpe zien aangetast. Pas als delen dicht bij het centrum uitvallen of als er zeer grote gebieden zijn uitgevallen, merkt een glaucoompatiënt zelf zijn ziekte op. Pijn is in de meeste gevallen geen symptoom van glaucoom, wat vaak meespeelt in het laat vaststellen van de diagnose. Alleen bij accuut glaucoom is pijn een klacht. Bij accuut glaucoom treedt in korte tijd een zeer sterke verhoging van de oogdruk op waardoor pijnklachten in en rondom het oog ervaren worden.
Glaucoom treedt meestal op in beide ogen. Soms is het ene oog eerder aangedaan dan het andere.
Als glaucoom op tijd wordt behandeld kan blindheid worden uitgesteld of zelfs worden verkomen.
Het is daarom belangrijk om glaucoom tijdig te ontdekken en te behandelen. Dit is echter lastig omdat de ziekte langzaam verloopt en vaak lange tijd geen klachten geeft.
Oorzaken en risicofactoren
De oorzaak van glaucoom is meestal een te hoge oogboldruk – glaucoom wordt ook wel verhoogde oogdruk genoemd – maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Er kan ook glaucoom ontstaan bij een normale oogboldruk (normale oogdruk glaucoom). Ook kan het zo zijn dat mensen met een hoge oogboldruk geen glaucoom hebben of zullen krijgen. Ook de bloedvoorziening van het oog en de oogzenuw spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van glaucoom.
Het risico op glaucoom is groter als het voorkomt binnen de familie. Het ontstaat ook vaker op latere leeftijd. Tevens is de kans op het krijgen van glaucoom ook groter als iemand ernstig bij- of verziend is. Ook het langdurig gebruik van bepaalde medicatie, zoals prednison, neusspays en steroide cremes verhoogt de kans op glaucoom. Een te lage bloeddruk en het slaapapnou kunnen risicofactoren zijn.
Glaucoom kan worden onderverdeeld in:
- Primair glaucoom. Bij primair glaucoom is het glaucoom een op zichzelf staande ziekte waarvan de oorzaak niet bekend is. Het kan bijvoorbeeld ook aangeboren zijn.
- Secundair glaucoom. Secundair glaucoom onstaat als gevolg van een andere (oog)ziekte, door het gebruik van oogdruppels of na een verwonding aan het oog.
- Een bijzondere vorm van glaucoom is acuut glaucoom waarbij de oogdruk plotseling heel hoog wordt. Dit gaat gepaard met hevige klachten als hoofdpijn, pijn in en rond het oog, het zien van gekleurde ringen rondom lichtbronnen (zogenaamde halo’s), misselijkheid en overgeven, rode ogen en wazig zien.
Het vaststellen van een diagnose
Helaas wordt glaucoom vaak pas in een laat stadium vastgesteld. Patienten ervaren klachten als: men stoot zich vaker, loopt sneller tegen iets aan, merkt dingen in de omgeving later op of men ziet slechter bij onvoldoende licht (’s avonds autorijden bijvoorbeeld). Als glaucoom in de familie voorkomt, wordt het vaak eerder geconstateerd.
Om te onderzoeken of iemand aan glaucoom leidt, kunnen de volgende onderzoeken worden verricht:
- Een oogdrukmeting. Bij glaucoom kan de druk in het oog hoger zijn, maar dit is niet altijd zo. Ook is het zo dat een hoge oogboldruk niet betekent dat iemand per se glaucoom heeft.
- Een oogzenuwonderzoek. De oogarts bekijkt de oogzenuw en maakt eventueel een OCT-scan (optical coherence tomography scan). De OCT maakt gebruik van infrarood licht waarmee een een gedetailleerd beeld van de oogzenuw wordt gemaakt.
- Een gezichtsveldonderzoek. Uit een gezichtsveldonderzoek komt naar voren welke delen iemand van het gezichtsveld nog kan zien en welke delen weggevallen zijn.
Behandeling van glaucoom
Glaucoom kan niet genezen worden. De enige bewezen therapie is het verlagen van de oogdruk. Als de oogdruk met behandelingen verlaagd kan worden, wordt hooguit de toename van gezichtsuitval voorkomen. De reeds aanwezige gezichtsuitval kan echter niet meer ongedaan gemaakt worden.
Behandelingen glaucoom:
- Oogdruppels. Nadat de diagnose glaucoom is vastgesteld wordt men meestal eerst behandeld met oogdruppels. Er zijn veel verschillende soorten oogdruppels. De oogarts zal de beste oogdruppels voorschrijven die een maximaal oogdrukverlagend effect hebben en zo min mogelijk bijwerkingen. Het is belangrijk dat de patient de oogdruppels zorgvuldig en consequent toedient.
- Laserbehandeling. Naast een behandeling van oogdruppels kan de oogarts ook kiezen voor een laserbehandeling. Het effect van deze behandling is vaak tijdelijk, maar het kan er wel voor zorgen dat de patient enkele jaren niet of minder hoeft te druppelen.
- Operatie. Als de oogdruppels en wellicht een laserbehandeling onvoldoende oogdrukverlaging geeft, dan is een oogdruk verlagende operatie misschien een optie. Bij zo’n operatie wordt een gaatje in de wand van het oog gemaakt waardoor het oogvocht een extra afvoermogelijkheid krijgt zodat de oogdruk verlaagd kan worden.
Als de behandeling goed werkt, dan blijft u goed zien en merkt u niets tot weinig van glaucoom. Een glaucoompatient blijft meestal de rest van zijn of haar leven onder controle bij een oogarts.
Bij deze controles wordt een gezichtsveldonderzoek en de OCT-scan meestal regelmatig herhaald om te zien of het glaucoom erger is geworden.
Daarna adviseert de oogarts of de druppels aangepast moeten worden of niet, en of eventueel een operatie of laserbehandeling nodig zou kunnen zijn.
De meeste patiënten zullen gedurende hun leven weinig last krijgen van glaucoom als zij op tijd worden behandeld.