Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Slechtziendheid
Er zijn verschillende oogziekten die slechtziendheid kunnen veroorzaken, zoals macula degeneratie, glaucoom, retinitis pigmentosa, diabetische retinopathie, droge ogen en staar.
Maculadegeneratie
Maculadegeneratie (MD) is een oogaandoening waarbij de gezichtsscherpte afneemt. Maculadegeneratie betekent letterlijk achteruitgang van de gele vlek, de macula lutea. Dit is het centrale deel van het netvlies waarmee men scherp ziet. Maculadegeneratie wordt daarom ook wel ‘slijtage’ van het netvlies genoemd.
Via de pupil komen beelden van buitenaf op ons netvlies terecht. De macula, ook wel ‘gele vlek’ genoemd, is het centrale deel van het netvlies waarmee we scherp zien en details kunnen waarnemen. Met het overige deel van het netvlies zien we beelden van opzij, boven en onder. Dit wordt het ‘perifere’ blikveld genoemd.
In de macula bevindt zich het grootste aantal van het type lichtgevoelige cellen dat contrast en kleuren kan waarnemen: de zogenaamde kegeltjes. De macula maakt het onderscheiden van details mogelijk. De macula zorgt er bijvoorbeeld voor dat u kunt lezen, televisiekijken, autorijden of iemands gezicht kunt herkennen.
Er zijn twee vormen van leeftijdsgebonden maculadegeneratie: droge maculadegeneratie en natte maculadegeneratie.
Droge maculadegeneratie ontstaat doordat afvalstoffen zich ophopen onder het netvlies. De functie van het netvlies in de macula gaat hierdoor langzaam verloren. Bij natte maculadegeneratie vormen zich nieuwe bloedvaten onder of in de macula. Deze nieuwe bloedvaten zijn van onvoldoende kwaliteit en zorgen voor lekkage van vocht of bloed in het netvlies. Natte maculadegeneratie kan plotseling tot verminderd zicht leiden, terwijl droge maculadegeneratie zich meestal langzamer ontwikkelt. Een combinatie van droge en natte maculadegeneratie kan ook voorkomen.
De behandelmogelijkheden bij de oogarts zijn afhankelijk van het type maculadegeneratie. Bij natte macula degeneratie is behandeling met injecties in het oog, photodynamische therapie en/of soms ook chirurgie mogelijk. De oogarts bepaalt welke de optimale behandelvorm is. Er is aangetoond dat bepaalde voedingsstoffen nodig zijn om de macula goed te laten functioneren. Als één van de ogen is aangetast door maculadegeneratie, kan het voldoende innemen van die voedingsstoffen het slijtage proces in het andere oog vertragen. Deze voedingstoffen vinden we in een goede gevarieerde voeding en ook in voedingssupplementen. De oogarts kan u hierover informatie verschaffen.
Glaucoom
Bij glaucoom is de oogdruk te hoog. De oogdruk is te hoog wanneer die schade aan de oogzenuw veroorzaakt. Hoe hoger de oogdruk, hoe groter de kans op schade. Door de schade aan de oogzenuw, wordt de verbinding tussen het oog en de hersenen langzaam, maar blijvend, beschadigd. Daardoor wordt bij glaucoom het gezichtsveld steeds kleiner. Het is dan net of je door een koker kijkt. Bij vergevorderde glaucoom wordt ook de scherpte van het zicht aangetast. Als glaucoom niet wordt behandeld, kan je uiteindelijk blind worden. Glaucoom is erfelijk. Als je glaucoom hebt, bestaat er een kans dat kinderen, broers of zussen ook glaucoom krijgen. Er wordt hen aangeraden om vanaf hun 40ste regelmatig naar de oogarts te gaan. Bij verdenking op glaucoom is er niet altijd direct een behandeling nodig. Pas wanneer de oogdruk zo hoog is, dat er schade aan de oogzenuw kan ontstaan wordt met de behandeling gestart. Oogschade bij glaucoom is blijvend en kan niet worden hersteld. Daarom is het erg belangrijk dat glaucoom al in een vroeg stadium wordt op gespoord. Glaucoom kan worden behandeld met medicijnen, een laserbehandeling en/of een operatie.
Retinitis Pigmentosa
Retinitis pigmentosa is de verzamelnaam voor een grote groep erfelijke ziekten aan het netvlies. Het is een ernstige oogziekte. Bij retinitis pigmentosa gaan de lichtgevoelige cellen in het netvlies, de staafjes en de kegeltjes, in kwaliteit achteruit. Hierdoor gaan mensen steeds slechter zien. Het begint met nachtblindheid en het kleiner worden van het blikveld (kokerzien). Geleidelijk aan gaat het zicht verder achteruit en ontstaat ernstige slechtziendheid. De achteruitgang van het zicht gaat meestal langzaam.
Bij retinitis pigmentosa draait het om de staafjes en kegeltjes. Deze lichtgevoelige cellen in het netvlies zetten het licht dat het oog binnenvalt om in elektrische signalen. Die signalen gaan vervolgens via de oogzenuw naar de hersenen waar ze worden omgezet in beelden. De staafjes helpen ons om in het donker te kunnen zien en we nemen er dingen mee waar ‘vanuit onze ooghoeken’. Als het schemerig of donker is, werken alleen de staafjes in het oog. Bij retinitis pigmentosa worden als eerste de staafjes aangetast. Dit verklaart de nachtblindheid en het kokerzien.
De kegeltjes gebruiken we bij daglicht of goed kunstlicht. We zien er kleuren mee en we kunnen er details mee onderscheiden van dingen die zich recht voor ons bevinden. Lezen en tv-kijken doen we bijvoorbeeld met de kegeltjes.
In het midden van het netvlies ligt de gele vlek (macula). Dit is een gebiedje van een paar millimeter doorsnee met een grote concentratie van kegeltjes. Hierdoor kunnen we met dit deel van het netvlies het scherpst zien. Als door retinitis pigmentosa ook de kegeltjes aangetast worden, gaat het scherp zien achteruit. Vlak na de geboorte kan al duidelijk worden dat iemand retinitis pigmentosa heeft, maar de ziekte kan zich ook pas later openbaren. Ongeveer 1 op de 3.500 mensen heeft retinitis pigmentosa. Omdat erfelijkheid de ziekte bepaalt, zullen vaak meerdere mensen in een familie retinitis pigmentosa hebben.
Er is op dit moment nog geen behandeling voor retinitis pigmentosa. Wel zijn er nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van retinitis pigmentosa zoals gentherapie, elektronische implantaat en stamceltherapie.
Diabetische retinopathie
Retinopathie is beschadiging van het netvlies bij diabetes (suikerziekte). Mensen met diabetes hebben te veel glucose (suiker) in hun bloed. Dit beschadigt de bloedvaten in het lichaam, waaronder de kleine bloedvaatjes in het netvlies. Bij de meeste mensen met diabetes ontstaat vroeg of laat diabetische retinopathie. Dit geldt zowel voor mensen met diabetes type I als diabetes type II. Twintig jaar na de diagnose diabetes zijn de kleine bloedvaatjes in het netvlies bij 80% van de mensen beschadigd.
Diabetische retinopathie ontstaat meestal in beide ogen, maar niet altijd tegelijk. Wordt diabetische retinopathie niet behandeld, dan leidt het op den duur tot blindheid. Gelukkig zijn tegenwoordig de onderzoeks- en behandelmethoden zo goed, dat de retinopathie vaak tot staan gebracht kan worden. Wel is het belangrijk dat diabetische retinopathie vroeg wordt ontdekt. Mensen met diabetes moeten daarom regelmatig naar de oogarts om het netvlies te laten controleren.
De beschadiging van het netvlies gaat geleidelijk. In het begin is er kleine schade aan de bloedvaatjes. De bloedvaatjes rekken een beetje uit en kunnen wat vocht en vet gaan lekken. Dit hoopt zich voor een deel op in het netvlies, maar hoeft nog geen problemen te veroorzaken. Als de bloedvaten meer gaan lekken, ontstaan er wel klachten.
Diabetische retinopathie ontstaat sneller bij slecht geregelde suikerwaarden. Een goede behandeling van de diabetes kan dus de kans op retinopathie verkleinen. Daar hoort ook een gezonde voeding bij, regelmatig over de dag eten en voldoende bewegen. Bloeddruk en cholesterolgehalte hebben ook invloed op de snelheid waarmee retinopathie ontstaat.
Diabetische retinopathie hoeft niet altijd meteen behandeld te worden. Vaak wacht de oogarts eerst af hoe de klachten zich ontwikkelen. Regelmatige controle is dan wel noodzakelijk. Mocht er een moment komen dat behandeling wel nodig is, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Voor welke behandeling gekozen wordt, ligt aan de aard en omvang van de schade aan het netvlies. Hieronder de drie belangrijkste behandelingen van retinopathie zijn laserbehandeling, injecties in het oog of vitrectomie.
Droge ogen
Droge ogen wordt veroorzaakt door onvoldoende traanaanmaak of een te snel verdampende traanfilm. Hierdoor kunnen ogen pijn doen (branden en steken), slijm gaan afscheiden en rood worden. Ook kan je hierdoor wisselend wazig zien. Soms leidt uitdroging juist tot een teveel aan tranen. Deze worden in een reflex op de uitdroging geproduceerd. Deze reflextranen zijn meestal niet van een goede samenstelling. Hierdoor ontstaat een eindeloze herhaling van een uitdrogend oppervlak en opnieuw reflextranen die te snel opdrogen. Hogere leeftijd is een van de factoren voor droge ogen. Waar mogelijk zal geprobeerd worden de oorzaak van droge ogen te behandelen. Als dit niet kan, is het doel van de behandeling de irritatie door uitdroging zoveel mogelijk te verminderen. Om bij een slechte traanfilm het oog weer vochtiger te krijgen, wordt vaak gestart met oogdruppels of ooggel. Als dit niet voldoende is, kan geprobeerd worden de aanwezige tranen zolang mogelijk vast te houden, bijvoorbeeld een afschermende bril of door de traanafvoer-kanaaltjes tijdelijk af te sluiten.
Staar
Staar is een veelvoorkomende oogziekte. Het kan aan één oog voorkomen maar ook aan beide. Voor in het oog, achter de pupil ligt de ooglens. Deze is helder en doorzichtig. Daardoor kan het licht er ongehinderd doorheen vallen op het netvlies en kunnen we beelden scherp zien. Bij staar (cataract) wordt de ooglens troebel. Hierdoor kan het licht het netvlies niet meer goed bereiken en gaan we waziger zien. Staar kan op verschillende manieren ontstaan. Ouderdom is de belangrijkste oorzaak van staar. Met het ouder worden kunnen eiwitten in de lens samenklonteren, waardoor de lens troebel wordt. Bij beginnende staar zullen mensen zich nog een tijdje kunnen redden met een andere bril, een vergrootglas of extra licht. Maar uiteindelijk moet staar altijd behandeld worden. Zonder behandeling zorgt staar voor een steeds verdere afname van het zicht. De enige behandeling van staar is een staaroperatie, waarbij de troebele lens wordt vervangen door een heldere kunstlens. Er wordt besloten om te opereren als de staar problemen geeft in het dagelijks leven.
De oogarts kan, naast de medische behandeling van een van de oogziekten die slechtziendheid veroorzaakt, doorverwijzen naar Ergra Low Vision. De low vision specialist van Ergra Low Vision heeft diverse mogelijkheden om slechtziende patiënten te helpen met beter zien. Zoals een telescoopbril voor TV kijken, loepbril om te lezen en een speciale maculadegeneratie bril voor veraf en buiten. Maar ook voor handloepen, beeldschermloepen, lichtloepen en voorleesapparatuur kunt u bij de low vision specialist van Ergra Low Vision terecht.