Optometrist, orthoptist of toch naar de oogarts?

Als je last hebt van je gebit, dan ga je naar de tandarts. Zijn je tanden behangen met tandsteen, dan bikt de mondhygiëniste dat er voor je uit. Moeten je verstandskiezen eruit en zitten die nog diep verborgen in je tandvlees, dan wrikt een kaakchirurg deze er met veel plezier voor je uit. Staan je tanden schots en scheef, dat krijg je een beugelbekkie aangemeten van de orthodontist.

In elke stoel heb ik gelegen, dus voor alles wat er gecontroleerd of verbouwd moet worden in je mond is het duidelijk naar welke specialist je moet.

Maar mankeert er iets aan je kijkertjes, dan vind ik het toch een stuk lastiger om te bedenken welke professional jou kan oplappen. Zelfs ik, als die hard slechtziende, zie door de oogwinpers het bos niet meer.

Ja, voor een bril of lenzen ga je naar de opticien of contactlensspecialist. En ben je zo’n oogzorgintensief gevalletje als ik, dan zit je al gauw elk jaar in de stoel van de oogarts voor je jaarlijkse controle.

Maar wat doet nou precies een optometrist, een orthoptist of een technisch oogheelkundig assistent? En voor welke klachten ga je waar naar toe EN door wie word je doorverwezen, als je al doorverwezen dient te worden.

Kortom, ik vond het tijd om mijn vriend Pieter – zelf opticien – eens aan de tand te voelen.

Vermoed je dat je kijkertjes het niet meer optimaal doen, dan ga je naar een opticien. Deze kan een bril aanmeten om je gezichtsscherpte grotendeels te corrigeren. Als de opticien vindt dat de gezichtsscherpte te laag is voor wat het normaal zou moeten zijn en het niet goed te corrigeren is, stuurt hij of zij je door naar de optometrist voor aanvullend onderzoek (hier is geen officiële verwijzing voor nodig). Een optometrist mag een diagnose stellen en oogdruppels toedienen, maar mag geen medicatie voorschrijven of medische ingrepen doen. Daarvoor ben je dan weer aangewezen op de oogarts (waarvoor de optometrist een verwijzing moet sturen).

Naar een orthoptist ga je als je ogen een standsafwijking hebben. Als je bijvoorbeeld zichtbaar of onzichtbaar scheel kijkt, last hebt van dubbel zien, een lui oog hebt (bij kinderen) of last hebt met lezen dan is een bezoek aan de orthoptist aan te raden. Orthoptie betekent letterlijk ‘recht kijken’.

Een orthoptist bekijkt of de standsafwijking te corrigeren is met een bril, training of een operatie. Deze bril of training verzorgt de orthoptist en voor een operatie moet je de oogarts weer even aan zijn jasje trekken.

Maar dan heb je ook nog een TOA. Het klinkt als een exotisch drankje, maar het staat voor technisch oogheelkundig assistent. Deze voert zelfstandig functieonderzoeken en brengt verslag uit aan de oogarts. Een TOA trekt je dus door allerlei oogapparaten, maakt kiekjes van je kijkers en informeert zowel dokter als patiënt over behandelingen.

Het is natuurlijk super dat al deze specialisaties bestaan en dat je hierdoor zo goed geholpen kan worden.

Met dank aan Pieter zijn we dus weer een hoop wijzer geworden. Als er dus iets loos is met je ogen, beland je afhankelijk van bovenstaande criteria in de stoel van de opticien, optometrist, orthoptist, toa of oogarts.

Maar ik zit toch het liefst naast mijn eigen opticien… en dan bij voorkeur gewoon op een keukenstoel.

Annemiek van Munster